Als je alleen het recept van deze bonbons zoekt, kijk dan onderaan de blog…

Sinds mijn oudste broer een koksopleiding deed, verzorgt hij het kerstdiner. Eerst binnen ons gezin, later bij hem thuis. Hij vindt het leuk om nieuwe dingen uit te proberen. Ik herinner me nog die keer dat hij een bottenbouillon van gerookte botten wilde maken. Dat hadden ze op school ook gehad. Of ze daar ook zo’n walm in de keuken hadden, betwijfel ik.

Dat is tevens ook het enige gerecht waarvan ik me nog herinner dat er echt iets fout gegaan is. We hebben inmiddels al héél veel heerlijke kerstmenu’s gehad. Ieder jaar kiest hij een ander thema. Zo aten we eens alle gerechten uit kleine eenpersoons pannetjes uit de oven. Een ander jaar stonden er verschillende tafels. Bij de één kon je gourmetten, bij de ander pizzaatjes bakken, en bij weer een andere tafel stond een chocolade-fontein. Met een doordraai-systeem kwamen we steeds bij andere tafelgenoten. Ook hadden we een keer een stamppotten-buffet.

Kortom, altijd verrassend, lekker en gezellig! Dit jaar mochten we verzoeknummers indienen. Van recepten die we eerder tijdens kerst kregen en waar we goede herinneringen aan hadden.  De uitverkoren gerechtjes werden als kleine hapjes geserveerd.

Eén van mijn verzoeknummers waren koolhydraatarme truffels. Die had m’n broer een keer gemaakt omdat ik koolhydraatarm was gaan eten. Alleen kon hij zich dat niet herinneren. We spraken daarom af dat ik zelf aan de slag zou gaan. Uiteindelijk zijn het geen truffels geworden, maar bonbons met een ganache vulling.  Daar heb ik geen spijt van, want wat zijn ze lekker…! De ganache is heerlijk zacht en romig. Een waardige kerstbonbon!

Eén van de mooie dingen aan dit recept is dat je het kunt maken met enkel groene stevia als zoetmiddel. Of zelfs zonder zoetmiddel. Je raadt het al: ik ben geen voorstander van zoetstoffen. Ik denk dat ze op geen enkele manier bijdragen aan mijn gezondheid en daarom gebruik ik ze liefst niet. Alleen met het af en toe gebruiken van groene stevia heb ik niet zo’n probleem. In onderzoeken liet deze puur natuurlijke vorm van stevia namelijk zowel het insuline niveau àls het bloedsuikerniveau niet stijgen. Dat geldt niet voor andere zoetstoffen, ook niet degene die in de koolhydraatarme wereld gebruikelijk zijn en ook niet voor het witte stevia poeder. Bij al die zoetstoffen geldt dat het persoonlijk is in hoeverre je insuline-spiegel ervan stijgt.

Voor het groene steviapoeder heb ik in de nazomer m’n stevia-plant gesnoeid. De blaadjes die eraf kwamen heb ik gedroogd en daarna tot poeder vermalen. Het plantje zelf kweekte mijn moeder voor me op uit zaad, maar je kunt ze ook bij tuincentra kopen. Soms moet je ze wel van te voren bestellen. Je kunt de blaadjes ook vers gebruiken, trouwens. Ik hak ze dan heel fijn.

Een ander voordeel van deze groene vorm van stevia is dat het niet de bekende bittere nasmaak van de witte vorm van stevia heeft. Dit is overigens een bewerkte vorm van stevia. Het groene steviapoeder kun je bijvoorbeeld gebruiken om slagroom te zoeten die je wilt opkloppen. Op die manier kun je prima de slagroom opdienen voor niet-LCHF-ers. Ja, het wordt een beetje groen maar ik vind het er wel schattig uitzien die kleine puntjes. Een beetje zoals echte vanille erin. Zeg je gewoon dat je groene vanille gebruikt hebt 😉 .

Maar, terug naar de bonbons. De vulling is heel eenvoudig te maken. Je verwarmt slagroom met vanille en eventueel wat koolhydraatarme zoetstof, zodat de smaken goed intrekken. Daarna laat je dit wat afkoelen en dan meng je er 85% pure chocolade door en tenslotte nog wat roomboter. Goed roeren, in siliconen bonbon- of ijsblokjesvormpjes doen  en vulling is klaar!

Nu moet je wel even geduld hebben. De vulling moet namelijk uitharden in de koelkast of vriezer. Ik maakte de vulling ’s avonds en zette deze ’s nachts in de koelkast. Volgende keer vries ik ze in, zodat ze nog wat harder zijn. Dan gaan ze waarschijnlijk beter uit de vormpjes. Daar heb ik met slagroombonbons die ik in m’n vóór-koolhydraatarme-tijdperk maakte, goede ervaringen mee.

Om de uitgeharde vullingen een chocolade-laagje te geven, smelt je deze keer de 85% chocolade au-bain marie. Oftwel in een warm water badje. Ik bracht een laagje water aan de kook in een steelpannetje en zette daarin een kom die er net in past. In deze kom deed ik weer met een laagje water en daar dobberde m’n kleine diepe bakje met chocolade in. Want hoe kleiner je bakje hoe dikker de laag chocolade en hoe makkelijker het dompelen is.

Als de chocolade gesmolten is, haal je het bakje van het vuur. Ik hou altijd ongeveer één derde van de chocolade achter en die roer ik er naderhand doorheen. Tip van onze lokale chocolatier oftewel bonbon-maker. Tijdens een bonbon-workshop vertelde hij dat de chocolade dan mooi gaat glanzen.

Dit dompelen van de bonbons vergt wat handigheid. En je moet niet bang zijn voor een beetje troep in je keuken. Mij lukt het in ieder geval niet om ‘m dan netjes te houden. Haal van te voren je vullingen uit de vorm en zet eventueel een deel terug in de koelkast om ze koel te houden.

Ik heb wel vaker bonbons gemaakt, maar het was wel even geleden. Je weet wel, in dat vorige tijdperk… Ik moest er dus weer even inkomen. Uiteindelijk vond ik het het makkelijkst om ze met behulp van twee chocoladevorken steeds rond te draaien tot alle kanten bedekt waren en ze er dan snel uit te halen. De chocolade kun je dan nog wat af te laten druipen.

  Zo’n chocolade/bonbonvork heeft twee of drie hele dunne tanden. Je tilt er de bonbon als het ware mee op. Ik heb eens de tip gelezen om ze zelf te maken door de middelste tanden uit een oude vork te breken en dan te vijlen.  Maar je kunt ook een vork en een prikker gebruiken bijvoorbeeld.

Na het dompelen leg je ze op een plank of schaal met een stuk bakpapier erover. Laat dit eerst even uitharden in de koelkast voordat je ze losmaakt van het bakpapier en op je uiteindelijke schaal legt.

Laatste tip: je kunt dit soort bonbons met vulling ook heel goed invriezen. Ze zijn dan lang houdbaar en op die manier voorkom je dat je er veel in korte tijd eet. Ook al zijn ze koolhydraatarm, het zijn nog steeds extraatjes natuurlijk. Tussendoortjes, waar we eigenlijk zoveel mogelijk vanaf willen om langdurig een mooie stabiel lage insulinespiegel te hebben. Om onze gewone gezonde maaltijd goed te kunnen verteren en de energie ervan te gebruiken. Zie ze dus niet als gezonde aanvulling van je vetten. Je noodzakelijke gezonde vetten haal je uit je maaltijden. Eet er gewoon eens één voor een speciale gelegenheid.

Als je ze uit de vriezer haalt, moet je ze denk ik even laten ontdooien. Ik gok een kwartiertje tot half uur. Anders zal de vulling wat hard zijn vanwege de chocolade die er door zit. Bij het ontdooien zal de buitenlaag wel een beetje gaan ‘zweten’. Er komen dan kleine druppeltjes water op te liggen, maar ze zijn er niet minder lekker door. Smakelijk!

Tenslotte hier nog het volledige recept van de bonbons met ganache-vulling.

En hier kun je lezen hoe je eenvoudig zelf vanilleextract kunt maken.

Geef hier je reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.