Nee, ik bedoel niet ‘etiquette’. Beleefdheidsvormen zijn uiteraard belangrijk, maar hebben niet mijn grootste interesse. Etiketten op voedingswaren wel. Maar ze zijn voor veel mensen moeilijk te begrijpen. Ook voor mij toen ik echt de details in dook. Tijd voor een lesje etiketten!
Zo simpel… of toch niet?
Ofschoon het allemaal heel eenvoudig lijkt, valt er over etiketten veel te vertellen. Terwijl ik dingen aan het uitzoeken en uitwerken was, groeide deze blog daarom uit z’n voegen. Om het toch behapbaar te houden, heb ik besloten om de boel in 5 stukken op te knippen.
- Algemeen
- De ingrediëntenlijst
- Soorten koolhydraten in onze voeding
- De voedingswaardedeclaratie
- Samenvatting en voorbeelden
Kijk eens met andere ogen
Veel mensen gooien gedachteloos hun artikelen in hun boodschappenkar. Ze kijken nauwelijks op het etiket. Wíllen misschien vaak ook liever niet weten wat er allemaal in zit.
Een aantal jaren geleden was ik ook zo. Veel verder dan de naam, wat losse gezondheidsleuzen en de vormgeving keek ik meestal niet. Sinds ik koolhydraatarm en vetrijk, maar vooral ook onbewerkt wil eten is dat veranderd. Dan moet je wel. Tegenwoordig kijk ik er dus anders naar.
Uiterlijke schijn
Uiterlijk is belangrijk in de voedingsindustrie. Want het bepaalt voor een groot deel of een artikel in je boodschappenkar verdwijnt. Je onderbewuste speelt daar een grote rol in. Het manipuleert je zonder dat je het zelf in de gaten hebt. Daar spelen fabrikanten mooi op in.
Met een mooie foto bijvoorbeeld. Daarmee lijkt hun product meteen een stuk lekkerder. En door veel reclame te maken en zo hun merk bekendheid te geven. Dan denk je onbewust dat het lekkerder is dan eenzelfde product van een merk wat je niet kent. Fabrikanten zetten ook graag zogeheten gezondheidsleuzen op hun etiketten. Zoals ‘0% vet’. Omdat we bang gemaakt zijn voor vet, geeft deze leus een gezonde indruk aan het product. Terwijl er dikke kans méér suiker in zit om er toch nog smaak aan te geven. Tenslotte gebruiken fabrikanten graag allerlei tot de verbeelding sprekende leuzen. Vaak klinken ze goed, tot je er eens echt over nadenkt.
Kijk naar het voorbeeld van deze appelmoes. Een gezellige boomgaard op de achtergrond. Volop in bloei. Gezond ogende stukjes appel. In het oog springende leuzen als “Gemaakt van zorgvuldig geselecteerde appels” en “Plukvers”… uh, ja… wat zouden ze anders moeten doen? De verrotte exemplaren gebruiken?
“Zonder conserveringsmiddelen…” Dat is gunstig! Maar ze hebben wel extra suiker toegevoegd. Toch zetten ze dat er niet onder. Daarvoor moet je toch echt de pot omdraaien en goed zoeken. En wie doet dat nou in een schap met tig verschillende soorten…?
Lees de kleine lettertjes
De fabrikant zet de èchte informatie meestal liever niet op het etiket. Integendeel, ze doen er vaak alles aan om te verhullen wat er allemaal in hun product zit. Daar hebben ze zelfs allerlei truukjes voor. Dat begint al met de lettergrootte. Het is niet voor niets dat veel mensen een leesbril nodig hebben om de belangrijke informatie te kunnen lezen. En daar houdt het niet bij op.
Gelukkig dat de Europese en Nederlandse wetgeving eisen stellen aan wat er op het etiket moet staan. Zodat je tenminste kùnt kijken wat je koopt. Mits je er de moeite voor doet en je weet hóe je zo’n etiket moet ontcijferen.
Wat staat er allemaal op?
Wil je weten wat er echt in je product zit, zul je het zoals gezegd meestal om moeten draaien. Ook de achterkant van het etiket begint vaak met verleiding en reclameleuzen. Zodat je ook hier toch maar vooral het idee krijgt dat je iets lekkers en gezonds koopt. Neem het voorbeeld van de Karvan Cévitam siroop. 75% fruit… geen kleurstoffen… bron van 5 vitaminen… Zeg nou zelf; wie gunt z’n kind dat nu niet?
Maar er staan ook 2 dingen op die wél interessant zijn. Dat zijn:
1. de ingrediëntenlijst
Achter ‘Ingrediënten:‘ staat een opsomming van wat er werkelijk in het product zit. Hier komt de ware aard naar boven. In het geval van de siroop is dat sap uit vruchtensapconcentraat (=één van de verborgen suikers), suiker, glucose-fructosestroop (ook suiker), aroma (waarschijnlijk kunstmatig, anders hadden ze het natuurlijk aroma genoemd), voedingszuur, vitaminen en conserveermiddel.
Meer over de ingrediëntenlijst vind je in ‘Lesje etiketten – deel 2 De ingrediëntenlijst‘.
2. de voedingswaardedeclaratie
Ook staat er altijd een voedingswaardedeclaratie op. Een opsomming van wat dit ons brengt. In termen van energie en voedingsstoffen. Het is verplicht om dit te vermelden per 100 g of 100 ml van het product. Op die manier kun je producten onderling vergelijken. Bovendien kun je het dan makkelijk vertalen naar percentages.
In dit geval per 100 ml siroop, maar ook per glas van 200 ml aangemaakte ranja. Dan zie je dat daar maar liefst 18 gram suiker inzit. Ofwel, je geeft je kind als het ware een glas gekleurd water en méér dan 4 suikerklontjes! Dan klinkt het ineens een heel stuk minder gezond…
Vanwege onze vet gezonde koolhydraatarme leefstijl zijn koolhydraten natuurlijk heel interessant. In ‘Lesje etiketten – deel 3 Soorten koolhydraten in onze voeding‘ lees je daar meer over. Daarna volgt de uitleg over hoe deze koolhydraten in de voedingswaardedeclaratie voorkomen: ‘Lesje etiketten – deel 4 De voedingswaardedeclaratie‘.
Welke is nu het belangrijkst?
Veel mensen die koolhydraatarm eten kijken vooral naar de voedingswaardedeclaratie. Daarop staan de koolhydraten vermeld en dat is het enige wat voor hen telt. Dit wordt door koolhydraatarme diëten vaak ook zo gepromoot. Als het maar koolhydraatarm is, dan is het goed… Dan past een siroop gemaakt met zoetstoffen, zoals een Tesseire Aardbei & Framboos siroop, prima in je dieet. Die komt op minder dan 0.5 g koolhydraten per glas ranja.
Maar klopt het wel dat dat het belangrijkst is? Of het enige wat belangrijk is? Natuurlijk niet. Wil je een gezonde leefstijl dan is wát er in je voeding zit, veel belangrijker dan hoeveel koolhydraten het bevat.
Dat is dan ook waar ik eerst naar kijk. Ik wil zo puur en onbewerkt mogelijk eten. Zonder gluten en suikers. Zonder andere ongewenste ingrediënten. Dit soort informatie vind je in de ingrediëntenlijst. Daarom nemen we die eerst onder de loep. In ‘Lesje etiketten – deel 2 De ingrediëntenlijst‘.
Meer lezen?
Lesje etiketten – deel 1 Algemeen
Lesje etiketten – deel 2 De ingrediëntenlijst
Lesje etiketten – deel 3 Soorten koolhydraten in onze voeding
Lesje etiketten – deel 4 De voedingswaardedeclaratie
Lesje etiketten – deel 5 Samenvatting en voorbeelden
Bronnen
Onderstaande bronnen heb ik gebruikt voor deel 1 t/m 5 van ‘Lesje etiketten’.
[1] Hoe kun je suiker herkennen? Web pagina van het diabetes fonds waarop allerlei (schuil)namen voor suiker alfabetisch opgesomd worden. Eén van de vele overzichten die je online kunt vinden.
[2] Het gevaar van E-621 oftewel ve-tsin. Artikel op de website Info.nu over de gevaren van de smaakversterker ve-tsin, ook vaak E-621 genoemd die aan heel veel bewerkte voeding wordt toegevoegd om ons er meer van te laten eten.
[3] NEDERLANDS VOEDINGSSTOFFENBESTAND (NEVO) Een overzicht van voedingsmiddelen die wordt uitgegeven door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
[4] Haal jij alles uit het etiket? Uitleg op de website van het Voedingscentrum over de informatie die je op een etiket kunt vinden.
[5] Hoe zie ik aan het etiket wat er in een product zit? Verdere uitleg op de website van het Voedingscentrum. Geeft o.a. uitleg over aroma’s, serveersuggesties, ingrediënten, E-nummers, genetisch gemodificeerde stoffen en nanotechnologie.
[6a] Voedingswaarde vermelden op etiket voorverpakte levensmiddelen Uitleg van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit over de manier waarop de voedingswaarde vermeld dient te worden op etiketten van voorverpakte levensmiddelen. Geeft kort aan wat er vermeld moet worden en wat er dan verder nog bij vermeld màg worden. Dit artikel verwijst naar de verordening genoemd in [6b] voor het berekenen van de energetische waarde.
[6b] VERORDENING (EU) Nr. 1169/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Europese wetgeving rondom voedseletikettering. Er staan o.a. definities in voor de genoemde termen op een etiket. Zo kun je hieruit leren dat de vermelde “koolhydraten” alleen díe koolhydraten omvatten die in het menselijk organisme worden gemetaboliseerd, en dat het genoemde getal dan zowel suikers, polyolen als zetmeel moeten omvatten. Ofwel, in Europa worden de netto koolhydraten vermeld (= Totale koolhydraten minus vezels), inclusief polyolen.
[7] Noten Pagina van het Voedingscentrum over walnoten. Met voedingsmiddelentabel (bron: NEVO) waarin je kunt lezen dat de 5,4 g koolhydraten in 100 g walnoten bestaan uit 2,9 g mono- en disacchariden (de suikers dus) en de overige 2,5 g uit polysacchariden (ketens van meer dan 9 enkelvoudige koolhydraatmoleculen zetmeel en niet-zetmeel). Er zitten geen polyolen in walnoten.
[8] RD005 – INDELING KOOLHYDRATEN In dit referentiedocument opgesteld voor de diervoederindustrie wordt een toelichting gegeven op de verschillende manieren waarop koolhydraten kunnen worden ingedeeld, en wordt tevens aangegeven waarin de verschillende indelingen van elkaar verschillen. Met uitleg over polysacchariden, waaronder ook de niet-zetmeel polysacchariden.
Met een overzicht in tabelvorm aan het eind van het document.
[9] Wetenswaar achtergronddossier Voedingsvezels Informatie over de vele soorten vezels op de website Food-Info. Hierin lees je dat noten vooral een goede bron zijn van oplosbare vezels.
[10] Bronnen en type voedingsvezels In dit artikel lees je dat een derde van de voedingsvezels in noten bestaat uit cellulose. Bevat tevens een mooi overzicht van allerlei voedingsvezels en in welke producten ze veel voorkomen.
[11] Welke noten zijn geen zetmeel? Artikel op de website Beauty-Healthy.Info waarin je kunt lezen dat de meeste noten zetmeel bevatten. Ook lees je er dat walnoten zonder hun schilletje bijna geen zetmeel bevatten. De meeste zetmeel zit dus in dit bruine schilletje.
[12] Ingrediëntenwijzer Uitleg over ingrediënten op de website van FoodInfo. Deze website wordt draaiende gehouden door het departement Levensmiddelentechnologie van Wageningen Universiteit en een team van internationale studenten die in Wageningen Levensmiddelentechnologie of Voedselveiligheid studeren.
[13] Suikers op het etiket Fact sheet van het Kenniscentrum Suiker & Voeding over hoe suikers vermeld moeten worden op een etiket. Zo mogen bepaalde ‘verborgen suikers’ als glucosestroop niet als suiker vermelden worden op het etiket.
[14] Lessen in koolhydraten: wat zijn koolhydraten? Deel 1 van een serie van 3 over koolhydraten, door emeritus hoogleraar Fred Brouns.
Hij legt uit dat één koolhydraat bestaat uit koolstof (‘kool’) en waterstof (‘hydraat’) en dat het is opgebouwd uit één of meerdere gelijke bouwstenen. Zo’n bouwsteen is een enkelvoudige suikermolecuul en wordt ook wel sacharide genoemd. Monosachariden zijn koolhydraten die uit één zo’n bouwsteen bestaan. Voorbeelden zijn glucose, fructose en galactose. Disachariden zijn koolhydraten die uit twee bouwstenen bestaan. Voorbeelden daarvan zijn tafel-/kristalsuiker (sacharose) en melksuiker (lactose). Suikers zijn alle koolhydraten die uit één of twee bouwstenen bestaan.
[15] Lessen in koolhydraten: hoe verwerkt ons lichaam suiker? Deel 2 van een serie van 3 over koolhydraten, door emeritus hoogleraar Fred Brouns. Hij legt hierin o.a. uit dat koolhydraten in het maagdarmkanaal door verteringsenzymen afgebroken worden tot hun afzonderlijke bouwstenen. Kristalsuiker wordt bijvoorbeeld afgebroken tot glucose en fructose, melksuiker tot glucose en galactose. Hoe snel je lichaam dit kan doen en hoeveel invloed dit heeft op je bloedsuiker is afhankelijk van de vorm waarin de koolhydraten voorkomen in je eten of drinken. Koolhydraten die al uit hun ‘jasje’ zijn gehaald (zoals in vruchtensappen of frisdranken) hebben een grotere impact dan wanneer je ze in hun oorspronkelijke vorm consumeert. Als je niet meer hoeft te kauwen en te vermalen, gaat de opname van de suiker zo snel dat een deel van de calorieën niet door het lichaam wordt waargenomen. Daardoor is de kans groot dat je teveel calorieën gebruikt, wat weer kan leiden tot overgewicht.
[16] Lessen in koolhydraten: suiker op het etiket Deel 3 van een serie van 3 over koolhydraten, door emeritus hoogleraar Fred Brouns. Hierin legt hij uit dat fabrikanten verplicht zijn om het specifieke type suiker te noemen. Als er meerdere types inzitten, bijvoorbeeld lactose (melksuiker) en fructose (vruchtensuiker) moeten beide specifiek vermeld worden in de ingrediëntenlijst. In de voedingswaardedeclaratie staat het totale gehalte aan koolhydraten vermeld en hoeveel daarvan suikers zijn. Wanneer er zowel natuurlijke suikers als toegevoegde suikers inzitten, kun je aan het etiket niet zien hoeveel van elk erin zit.
[17] Definities koolhydraten en suikers Een overzicht van definities uitgebracht door het Kenniscentrum Suiker & Voeding
[18] Een suiker beschermt dikke mensen Interessant kort artikel op de website Nrc.nl over de disacharide trehalose. Deze lijkt dikke mensen te beschermen tegen ziektes als leververvetting en diabetes type 2. Als medicinale voedningsstof was het ook al bekend tegen de spierziekte ALS en tegen veroudering. Trehalose is 6 keer minder zoet dan sucrose en blokkeert de opname van glucose door cellen. Dit bevordert o.a. de vetverbranding.
[19] Darmgezondheid en de rol van prebiotica Een artikel op de website van de Maag Lever Darm Stichting over de rol van prebiotica bij je darmgezondheid. Je leest er van alles over verschillende soorten vezels, waaronder het verschil tussen fermenteerbare en niet-fermenteerbare vezels. Een deel van de fermenteerbare vezels wordt prebiotica genoemd. Dit zijn de vezels die voeding zijn voor onze goede darmbacteriën. Er komen dan meer goede bacteriën en ze kunnen ook hun werk beter doen. Met overzicht van voorbeelden van deze prebiotica in de vorm van fructo-oligosacchariden, galacto-oligosacchariden en inuline.
[20] Maltodextrine Wikipedia pagina met uitleg over maltodextrine. Maltodextrine wordt gewonnen uit zetmeel van bijvoorbeeld aardappelen of mais. Opgelost in water wordt het glucosestroop genoemd. Het is een goedkope stof die relatief vaak gebruikt wordt in voeding. Maltodextrinen worden sneller door het lichaam opgenoemen in het bloed dan de complexe koolhydraten waaruit ze gewonnen worden (= snellere en hogere bloesuiker- en insulinepiek).
[21] FODMAPs, niet voor iedereen een zegen Artikel op de website Flanders’ Food, over FODMAPs. FODMAPs staat voor Fermenteerbare Oligo-, Di- en Monosachariden en Polyolen. Dit artikel gaat in op de goede eigenschappen van FODMAPs maar ook op de problemen die ze bij een kleine groep mensen (met prikkelbare darm syndroom; PDS) kunnen veroorzaken. Geeft het onderscheid tussen korte keten koolhydraten (suikers, polyolen en oligosachariden) en lange keten koolhydraten (zetmeel, resistent zetmeel, en niet-zetmeel polysachariden).
[22] De pieper’s plekje in een koolhydraatarme en gezonde leefstijl Blog die ik schreef over de gezonde eigenschappen van resistent zetmeel, o.a. te vinden in aardappels.
[23] Koolhydraten en voedingsvezels Artikel over koolhydraten en voedingsvezels op de website van het Vlaams Instituut voor Gezond Leven.
[24] THE EFFECT OF pH, TEMPERATURE AND HEATING TIME ON INULIN CHEMICAL STABILITY Studie waarin gekeken is naar de chemische stabiliteit van inuline onder invloed van pH (zuurtegraad), temperatuur en verhittingstijd. De studie is bedoeld om te kijken of inuline die toegevoegd wordt aan voedingsmiddelen stabiel blijft onder bepaalde omstandigheden, dus dat de lange ketens van moleculen intact blijven of dat deze gaan afbreken. In het laatste geval is het namelijk niet of minder geschikt als prebiotische vezel, want dan worden ze wellicht verteerbaar in onze eigen dunne darm. De conclusie is dat de chemische stabiliteit afhankelijk is van de zuurtegraad:
- pH <= 4: de stabiliteit van inuline vermindert bij het opwarmen, vooral bij temperaturen boven 60 graden Celcius
- 4 < pH < 5: de stabiliteit van inuline vermindert, afhankelijk van temperatuur en verhittingstijd
- pH >= 5: inuline is stabiel bij verhitting tot 100 graden Celcius
- In pH neutrale en basische ‘omgeving’ (pH >= 7): insuline is stabiel onafhankelijk van pH, temperatuur en verhittingstijd
[25] De pH-waarde van groenten en fruit Een overzicht van de pH waarden van allerlei soorten groenten en fruit op de website Gezondheidsnet.
[26] Definities Koolhydraten en suikers Uitgebreide definities van koolhydraten en suikers opgesteld door het Kenniscentrum Suiker & Voeding.
[27] Welke koolhydraten zijn er? Overzicht van de verschillende soorten koolhydraten, op de website van het Kenniscentrum Suiker & Voeding. In deze tabel worden ook polyolen genoemd.
[28] Wat zijn polyolen? Definitie van polyolen op de website van het Kenniscentrum Suiker & Voeding. Polyolen worden ook wel suikeralcoholen genoemd. De structuur van suikeralcoholen is voor een deel gelijk aan suiker en voor een deel aan alcohol. Suikeralcoholen zijn net zo zoet als suiker maar kunnen in het menselijk lichaam minder goed worden verteerd. Hierdoor leveren ze minder calorieën (2,4 kilocalorieën per gram).
[29] Wat betekent de claim ‘zonder toegevoegde suikers’ op verpakkingen? Uitleg over deze claim die je tegen kunt komen op etiketten. De uitleg komt van de website van het Kenniscentrum Suiker & Voeding. Hier lees je dat een voedingsmiddel dan nog steeds gezoet kan zijn met: bulkzoetstoffen zoals polyolen (bijvoorbeeld sorbitol en xylitol) of intensieve zoetstoffen zoals steviolglyco¬siden, aspartaam of sucralose.
Ook is de claim toegestaan als een voedingsmiddel van nature suikers bevat en er geen suikers of andere vanwege hun zoetkracht gebruikte levensmiddelen zijn toegevoegd. Wel is een fabrikant verplicht te vermelden in hoofdletters dat het voedingsmiddel in kwestie van nature aanwezige suikers bevat, dus als volgt: ‘DIT PRODUCT BEVAT VAN NATURE AAWEZIGE SUIKERS’.
Bij toevoeging van honing, stropen (moutstroop, maïsstroop, appelstroop, enz.) en/of al dan niet geconcentreerd vruchtensap toe, dan is het verboden de claim te gebruiken.
[30] De pieper’s plekje in een koolhydraatarme en gezonde leefstijl Blog die gaat over hoe de aardappel een plaats kan hebben in een koolhydraatarme en gezonde leefstijl. Met o.a. informatie over resistent zetmeel.
[31] De schokkende waarheid over natuurlijke aroma’s Blog over natuurlijke aroma’s. Met link naar een aflevering van de Keuringsdienst van Waarde over natuurlijke aroma’s.
[32] E100-199 Overzicht van E-nummers met daarbij vermeld of ze beschouwd worden als onschuldig, verdacht, gevaarlijk, etc.
[33] E101 Riboflavine, Riboflavine-5′-fosfaat, Vitamine B2 Uitleg over de kleurstof riboflavine op de mooie Belgische website Goed Geweten die ook probeert om ervoor te zorgen dat je leert om etiketten te ontcijferen.
[34] Weet wat je eet; E-nummers lijst Mooie website waarop je kunt zoeken naar E-nummers en hun veiligheid.
[35] Eet ik bewust? Alles over citroenzuur (E330) Artikel over E330 op ‘9 for news’, een website voor vrij en onafhankelijk nieuws. Citroenzuur is het meest gebruikte voedingszuur in de EU. In dit artikel lees je dat het niet alleen tot tandbederf kan leiden, omdat het vaak in combinatie met suiker gebruikt wordt, maar dat het er ook voor zorgt dat ons bloed makkelijke zware metalen als aluminium opneemt.
[36] De zure waarheid omtrent citroenzuur: E330 niet zo onschuldig Artikel op de website van GoedGezond.info over citroenzuur. Er staat hoe E330 op grote schaal geproduceerd wordt met een genetisch gemanipuleerde schimmel en dat er geen citrusvrucht aan te pas komt. Maar je leest ook de mogelijke bijwerkingen van regelmatig E330 gebruik (o.a. spiertrekkingen, vermoeidheid en stemmingsveranderingen) en dat het gevaarlijk kan zijn o.a. bij mensen die nierproblemen of hartschade hebben. En bij een onderzoek uit 1949 werd duidelijk dat kankerweefsel grotere concentraties van E330 bevatten dan andere cellen. In sommige landen wordt E330 dan ook beschreven als ‘hoogst gevaarlijk / cancereus additief’.
[37] Lijst van schadelijke E-nummers Overzicht van E-nummers met kleurcodering (groen, oranje, rood) voor wat betreft de schadelijkheid op de website van aHealthyLife. Deze lijst is door hen zelf opgemaakt, zeggen ze. Helaas is er geen bronvermelding, waaruit je zou kunnen opmaken op basis van welke informatie deze indeling tot stand is gekomen.
[38] De invloed van toegevoegde (natuurlijke) aroma’s op je stofwisseling Artikel op de website van Josien Schuttevaard die een eigen praktijk heeft als diëtiste / voedingsdeskundige, over aroma’s en extracten. Het artikel leest niet overal even prettig, een beetje als slecht vertaald Engels, maar geeft wel een indruk van wat aroma’s (zelfs natuurlijke aroma’s) tot op celniveau in ons lichaam tot stand kunnen brengen. Dit komtomdat aroma’s onze zintuigen prikkelen en hierdoor lichamelijk reacties tot stand brengen, in afwachting van de voeding waarvan je lichaam denkt dat er aan komt. Maar dan komen de verwachte brand- en bouwstoffen niet, of niet in een vorm die het lichaam herkent en waar het wat mee kan. Dit alles kost energie en bouwstoffen en hiervan raakt je lichaam uiteindelijk uitgeput.
[39] Vitamine-C is minder goed voor je dan je denkt Artikel van wetenschapsjournalist Gard Simons op de website BNNVARA. Hij beschrijft hoe de enorme markt voor vitamine-C (onterecht) ontstaan is. Maar hij legt ook uit dat grote hoeveelheden anti-oxidanten het risico op kanker en hart- en vaatziektes zelfs verhoogt. Dus eet groenten en fruit, maar laat die vitamine C-pil maar voor wat het is.
Interessant Cora.
Ik moet Echt vaker mijn bril mee naar de winkel nemen.
Maar ik ben me wel bewust hoor.
Ik heb het ons Yvon ook gestuurd
Dank je wel, Marie-José. We leren steeds bij, hè? Weet je nog in het begin, al die instinkers. Dat het op de voorkant heel erg gezond leek, maar als we echt het etiket gingen analyseren, dat het dan vaak veel ongezonde ingrediënten bevatte?!