Na een paar weken radiostilte weer een blog. Een vakantieblog deze keer.
De afgelopen twee weken waren wij op vakantie. In Albanië. We vierden daar met terugwerkende kracht ons 25-jarige huwelijk met 2 van onze 3 kinderen. Een hele mooie ervaring, waar ik graag een stukje van wil delen. Met name het stukje wat betrekking heeft op leefstijl en (traditioneel) eten; vanwege de raakvlakken met deze website.
We hadden er over het algemeen overigens heel mooi weer. Ik vond het er vaak zelfs té heet, maar beter dan de regen in Nederland, vermoed ik.
Het mooie Albanië
Albanië is een mooi land. We hadden onze reis zelf georganiseerd, waardoor we precies konden gaan doen wat we zelf wilden. We hebben gehiked in het noorden (de ‘Albanese Alpen’) en daarna een rondreis gemaakt richting het zuiden. Daarbij verbleven we veelal in mooie, oude stadjes. De hoofdstad en de hele toeristische strandplekken hebben we zoveel mogelijk vermeden.
Albanië heeft een rijke en ‘complexe’ historie. Op straat zie je nog echte armoede. Op de ene plek meer dan op de andere. De meeste mensen moeten hard werken voor vaak een klein inkomen.
Eten in Albanië
Anders dan bij veel van onze andere vakanties, waren we deze keer voor ons eten vooral aangewezen op anderen.
Op sommige plekken was er een (meestal simpel) ontbijt inbegrepen en anders sloegen we (zoals we thuis ook doen) het ontbijt over. Een enkele keer hadden we de mogelijkheid om eieren met groenten te bakken voor lunch. Eén keer deden we mee met een excursie en was er een traditionele lunch inbegrepen en éen keer zijn we ’s middags een salade gaan eten. De andere keren sloegen we lunch over.
’s Avonds zochten we kleine restaurantjes met authentiek en traditioneel eten. Daar kon je overal gegrild vlees en groenten bestellen; evenals salades en allerlei gerechtjes gemaakt van volle zuivel al dan niet gecombineerd met groenten.
Anders dan bij ons, bestel je niet één maaltijd per persoon. Je bestelt allerlei losse gerechtjes en die kun je ook onderling delen. Daardoor heb je de verhouding tussen vlees en groenten veel meer zelf in de hand. Hou je van groenten, dan bestel je gewoon een portie gegrilde groenten extra. Of een salade, gevulde paprika’s, of zoiets. Ik vond dat echt ideaal.
Soep
Soms stond er soep op het menu. Er waren voornamelijk twee varianten: soep met stoofvlees of kippensoep. Die soep kwam een enkele keer als voorafje, zoals we in Nederland gewend zijn. Maar meestal werd deze samen met andere gerechten, of zelfs nadat we het hoofdgerecht al bijna op hadden, op tafel gezet.
Vlees en vis
Vlees en vis wordt vaak gegrild. Het principe van ‘kop tot kont’ geldt er nog. Alles wordt gebruikt. Je kunt gerechten bestellen van orgaanvlees en het andere vlees is meestal met bot en van allerlei delen van het betreffende beest. Een vis wordt geserveerd met huid en graten.
Groenten
De keuze aan groenten is kleiner dan hier in Nederland. Het aanbod is over het algemeen beperkt tot wat er lokaal beschikbaar is. Dat zijn vooral uien, knoflook, tomaten, groen(gele) en rode puntpaprika’s, courgettes en aubergines en – niet zozeer in de restaurants, maar wel op straat – okra’s. Doordat de groenten lokaal en in de volle zon geteeld zijn, hebben ze veel smaak.
De salades zijn simpel. Met tomaten, veel uien, paprika’s, olijven en eventueel feta. Sla of andere bladgroenten zagen wij nauwelijks in de (straat)’winkeltjes’ en werd ook niet veel gebruikt in salades. Wel werd soms ijsbergsla als garnering gebruikt.
Fruit
Ook het aanbod aan fruit is beperkter. Er zijn veel vijgenbomen, maar ik denk dat we nog te vroeg waren voor de echte vijgenoogst. We hebben ze niet verkocht zien worden of op het menu zien staan.
Je ziet ook veel druiven. Soms grootschaliger, maar vaak ook bij mensen thuis. Ze groeien bijvoorbeeld op rekken die op platte daken gezet worden. Of ze vooral zijn bedoeld om wijn te maken, weet ik niet.
Verder waren er heel veel meloenen. Vooral veel watermeloenen, maar ook honingmeloenen en galia’s. Die worden ook heel veel langs de weg verkocht. Een paar keer kregen we ook meloen na het avondeten. Als vriendelijk gebaar; van het huis. Eén keer kregen we daarbij ook een specialiteit: geconfijte meloenschil. Mierezoet natuurlijk, maar wel een manier om de schil te gebruiken en te conserveren voor de winter.
In groentenstalletjes waren meestal ook nectarines te koop. Die waren lekker, maar meestal wel net zo hard (nog) als een appel. Verder werd bij het eten vaak grote stukken citroen geserveerd. Je ziet her en der ook citrusbomen in de achtertuinen.
Volle verse zuivel
Verse zachte zuivel is er heel populair. Meer dan de hardere kazen. Je ziet het in winkels, maar het wordt ook veel gebruikt in restaurants. Gemaakt van de melk van koeien en geiten, misschien ook schapen.
Overal kom je nog herders tegen: man of vrouw; jong of oud. Je ziet ze in de natuur, maar ook in de buitenwijken van de stad. Te voet of op de fiets. Soms met een enkel beest of een hele kleine kudde. Maar soms ook een flinke kudde, waarmee ze zelfs langs druk verkeer lopen.
De zuivel die je er krijgt smaakt dan ook heel anders dan bij ons. Ik denk dat het vaak gemaakt is van rauwe melk en nog echt gefermenteerd. Het deed me denken aan melkkefir en zelfgemaakte yoghurt. Wij vonden het heerlijk, maar onze kinderen waren geen fan. Te zuur.
Olijven
Er wordt in restaurants veel gebruik gemaakt van olijfolie. Door het hele land zie je ook olijfbomen en -boomgaarden.
Modern niet altijd een voordeel
Het verschil tussen stad en platteland is er groot. In de steden heeft het moderne leven, voor degene die zich dat kunnen veroorloven, intrede gedaan. Je vindt er volop fast food. In winkel(tje)s die vol liggen met frisdrank, koekjes, chips en ander gemakseten. Ook zijn er fast food restaurants; waarschijnlijk vooral op plekken waar toeristen komen. Modern en traditioneel leeft er naast elkaar. Net zoals rijk en arm.
Dat modern zeker ook z’n nadelen heeft, bleek voor mij uit de hoeveelheid apotheken die we zagen in de stad Shköder. Bijna op elke hoek van de straat. Maar toen we later een apotheek zochten in de kleinere dorpjes kwamen we er geen meer tegen. In deze dorpjes zie je ook geen mensen met overgewicht. Zeker niet onder de oudere bevolking.
Het lijkt dus alsof de mensen door hard werken en gezond eten ook veel gezonder blijven.
Oog voor traditie
De oude dorpjes zijn gelukkig nog veelal ongerept. Dat geldt er ook voor het eten.
Veel restaurants en kleinschalige verblijven worden gerund door families waar verschillende generaties samen werken. Ze maken nog puur en onbewerkt eten. De mensen zijn vriendelijk en trots op wat ze hebben bereikt. En vooral ook op het eten wat ze voor je gemaakt hebben. Wanneer je ze een welgemeend compliment geeft voor het eten, glunderen ze van oor tot oor!
Puur genieten
Voor ons was het een geweldige ervaring; ook in culinair opzicht. Wij hebben dagelijks genoten van de natuur, de historie, de mensen en het eten!
Wat leuk Cora, dat jullie t zo fijn hebben gehad in Albanië. Lijkt me inderdaad een prachtig land! Ook eettechnisch helemaal prima dus!
Bedankt voor het delen.
Dank je wel Cora voor het delen van dit mooie verhaal.
Zeker een uitnodiging om Albanië ook eens te bezoeken.
Hoi Carin, dank je wel voor je reactie! Het is ons in ieder geval goed bevallen, dus ik kan het zeker aanraden. Groetjes, Cora